Heikikker (Rana Arvalis)

De Heikikker, ook wel bekend als Rana Arvalis, is een middelgrote kikkersoort die in Nederland voorkomt. Met zijn unieke uiterlijk en levensgewoonten is deze kikker een interessant onderdeel van onze inheemse fauna.
Uiterlijk en Kenmerken
De Heikikker heeft een herkenbaar uiterlijk. Hij is middelgroot en heeft een iets spitse snuit. De kleur van zijn huid kan variëren van geelbruin tot rood/groenbruin op de rug, vaak met een lichte lengtestreep over zijn rug. Hoewel niet alle individuen deze streep hebben, is het een opvallend kenmerk. Op de flanken heeft de Heikikker een patroon van donkere vlekken, en zijn buik is licht van kleur. Wat de Heikikker nog specialer maakt, is de relatief grote graafknobbel op zijn achterpoot, die ongeveer de helft van de lengte van de teen beslaat. Tijdens de paartijd kleuren mannetjes zich licht- tot felblauw, wat slechts enkele dagen aanhoudt en dient als signaalfunctie voor andere mannetjes. Over het algemeen kunnen heikikkers tot wel 8 cm groot worden.
Leefomgeving en Habitat
De Heikikker voelt zich het meest thuis in specifieke landschapstypen, zoals heide, hoogveen, laagveen en halfnatuurlijk grasland. Deze kikkersoort wordt echter zelden aangetroffen in zeer intensief gebruikte agrarische gebieden, rond infrastructuur en bebouwing. Ze geven de voorkeur aan ondiepe stilstaande wateren met oevervegetatie. Het water zelf heeft vaak een enigszins zure pH-waarde (tussen 4 en 5,5) en bevat weinig voedingsstoffen. Heikikkers hebben ook een voorkeur voor vennen en kleine geïsoleerde wateren, en zijn soms te vinden in sloten en beekdalen.
Dieet en Voeding
Het dieet van de Heikikker is divers en omvat voornamelijk kevers, spinnen, vlinders en insectenlarven. Zowel volwassen kikkers als hun larven eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Dit draagt bij aan hun rol in het lokale ecosysteem door bij te dragen aan de regulatie van insectenpopulaties.
Voortplanting
De voortplantingsgewoonten van de Heikikker zijn fascinerend. Samen met de bruine kikker is de heikikker een van de eerste kikkers die in het voorjaar begint met paren. De paartijd begint meestal eind februari en duurt ongeveer tien dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden. De vrouwtjes zetten eiklompen af in ondiep water, meestal in maart of april. Deze klompen kunnen bestaan uit 600 tot wel 3.000 eieren en worden vaak bij elkaar gelegd, op drijvende vegetatie of in de oeverzone.
De larven van de heikikker verblijven enkele maanden in het voortplantingswater, waar ze zich voeden en groeien. Na een metamorfose die plaatsvindt van eind mei tot juni (juli), verlaten ze het water en gaan ze het land op. In tegenstelling tot veel andere kikkersoorten overwinteren heikikkers hoofdzakelijk op het land, op vorstvrije plaatsen van oktober tot maart.
Bedreigingen en Bescherming
De Heikikker wordt momenteel niet als bedreigde diersoort beschouwd volgens de Rode Lijst. Deze kikkersoort is echter opgenomen in de Europese Habitatrichtlijn en wordt beschermd volgens de Wet Natuurbescherming. Het behoud van geschikte leefgebieden, zoals heide, hoogveen en venen, is van groot belang voor het voortbestaan van de heikikker.
Kenmerk | Beschrijving |
---|---|
Naam | Heikikker |
Wetenschappelijke naam | Rana arvalis |
Grootte | Tot 8 cm |
Kleur | Variabel, geelbruin tot rood/groenbruin |
Streep op rug | Vaak aanwezig |
Graafknobbel achterpoot | Relatief groot |
Paartijd | Eind februari tot begin april |
Mannetjeskleur paartijd | Licht- tot felblauw (tijdelijk) |
Geluid | Klokkend, als lucht uit fles |
Habitat | Heide, hoogveen, grasland, venen |
Voedsel | Kevers, spinnen, vlinders, insectenlarven |
Voortplanting | Eiklompen met 600-3000 eieren |
Overwintering | Op land, oktober tot maart |
Beschermingsstatus | Niet bedreigd, beschermd volgens wet |