Poelkikker (Pelophylax lessonae)


De Poelkikker, wetenschappelijk bekend als Pelophylax lessonae, is een kikker die zich prima thuis voelt in Nederlandse waterrijke omgevingen. Met zijn unieke uiterlijk, intrigerende voortplantingscyclus en belangrijke rol in het lokale ecosysteem, is de poelkikker een waardevolle toevoeging aan onze inheemse biodiversiteit.


Algemeen / Uiterlijk / Kenmerken

De poelkikker is de kleinste van de drie groene kikkersoorten en staat bekend om zijn opvallende uiterlijk. Met een lengte van maximaal 8 cm, is hij te herkennen aan zijn grasgroene tot bruine rugkleur, vaak versierd met donkere vlekken. Een karakteristieke eigenschap is de grote, harde, halvemaanvormige graafknobbel, symmetrisch geplaatst. Mannetjes hebben opvallende witte kwaakblazen en krijgen tijdens de paartijd een ongevlekte geelgroene kleur, samen met een goudgele iris.


Leefomgeving / Habitat

De poelkikker gedijt in diverse waterrijke habitats, waaronder vennen, poelen en watergangen in hoogveengebieden en langs rivieroevers. Deze zon- en warmteminnende kikker heeft een voorkeur voor goed begroeide oeverzones in voedselarme en schone wateren. Hij voelt zich thuis in bos- en heidegebieden op hogere zandgronden.


Dieet / Voeding

De poelkikker, zoals zijn verwanten, is een generalistische eter. Zijn dieet bestaat uit een verscheidenheid aan ongewervelde dieren, waaronder insectenlarven, vliegen, kevers, libellen, wespen, mieren, cicaden, springstaarten, spinnen en slakken. Hij schrikt ook niet terug voor kleine gewervelde dieren zoals jonge muizen, vogels en kleinere amfibieën. Zowel volwassen kikkers als larven spelen een belangrijke rol bij het handhaven van evenwichten in het ecosysteem.


Bedreigingen

Op dit moment wordt de oelkikker niet beschouwd als een bedreigde soort volgens de Rode Lijst. Desondanks is het essentieel om zijn leefgebied te beschermen en te behouden. Potentiële bedreigingen zijn habitatverlies en verstoring van waterlichamen. Hoewel hij weinig natuurlijke vijanden heeft, kunnen roofdieren zoals reigers en roofvissen een bedreiging vormen voor zowel kikkerlarven als volwassen kikkers.


Voortplanting

De voortplantingscyclus van de poelkikker voegt een intrigerend element toe aan zijn karakter. In het voorjaar, tussen eind april en mei, komen mannetjes bij elkaar in het voortplantingswater. De piek van de paartijd vindt plaats tussen begin mei en half juni. Mannetjes kwaken voornamelijk ’s avonds, maar bij warm weer ook overdag. Vrouwtjes leggen eiklompen met 400 tot 2000 eieren in de oeverzones van stilstaande wateren. Larven verschijnen na 5-10 dagen en voltooien hun metamorfose bij een lengte van 50-70 mm. De totale periode van ei-afzet tot het land betreden van juvenielen duurt 2 tot 4 maanden. Na de eerste overwintering kunnen de meeste poelkikkers zich voortplanten.


KenmerkBeschrijving
GrootteTot 8 cm
KleurGrasgroen tot bruin
Graafknobbel achterpootKenmerkend voor soort
PaartijdEind april – half juni
HabitatVennen, poelen, watergangen
DieetInsecten, larven, kleine dieren
BedreigingenHabitatverlies, predatoren
VoortplantingEiklompen, metamorfose, overwintering