Hoeveel paardenkracht (PK) heeft een paard?

Paardenkracht, afgekort PK, het is een eenheid die tegenwoordig gebruikt wordt om de kracht die een motor heeft te specificeren. De term doet vermoeden dat het de kracht is die een enkel paard heeft, maar klopt dat wel? Staat een PK daadwerkelijk gelijk aan de kracht van één enkel paard? En zo ja, welke soort paard? In dit artikel het antwoord op deze vragen!

Definitie van paardenkracht

Het begrip paardenkracht (PK) is een maateenheid die gebruikt wordt voor vermogen die zijn oorsprong vindt in de 18e eeuw. De Schotse uitvinder James Watt introduceerde deze term om het vermogen van zijn stoommachines te vergelijken met dat van trekpaarden, die destijds veel werden gebruikt.

Watt definieerde één paardenkracht (1 PK) als het vermogen van een paard om 33.000 pond (ongeveer 15.000 kg) één voet (ongeveer 30,48 cm) te verplaatsen in één minuut tijd. Deze definitie was gebaseerd op zijn observaties van paarden die een molenwiel aandreven. Tegenwoordig hanteren we de volgende definitie: de kracht die nodig is om 75 kilo in een seconde een meter op te tillen.

Het vermogen van een paard

Hoewel de term “paardenkracht” suggereert dat één paard één PK zou moeten hebben, is dit in werkelijkheid niet het geval. Watt’s definitie was gebaseerd op het werk dat paarden gemiddeld verrichtten gedurende een hele dag. Als een paard zich maar korte tijd moet inspannen, kan het natuurlijk een sterkere inspanning leveren.

Biologen R.D. Stevenson en R.J. Wassersug concludeerden in 1993 aan de hand van hun onderzoek dat een gemiddeld paard ergens tussen de 12 en 15 PK moet hebben. Dit betekent dat het maximale vermogen van een gemiddeld fit paard dus niet gelijk is aan 1 PK, maar wel ergens tussen de 12 en 14,9 PK.

Dit betekent dat het maximale vermogen van een gemiddeld fit paard dus niet gelijk is aan 1 PK, maar wel ergens tussen de 12 en 14,9 PK.

Andere onderzoekers berekenden aan de hand van het gemiddelde gewicht van een paard en de spierinspanning die het dier nodig heeft om dat gewicht in beweging te zetten het theoretische vermogen van een paard. Een paard gebruikte maar een deel van zijn spieren bij het bewegen en zo kan dan het theoretische aantal PK’s berekend worden. Dit komt neer op een flink hoger aantal, zo’n 24 PK.

Over het algemeen wordt echter het praktijkonderzoek van de Stevenson en Wassersug als meest waarschijnlijk aangenomen en heeft een paard dus zo’n 12 tot 15 PK. Hoewel de term “paardenkracht” suggereert dat één paard één PK zou moeten hebben, is dit in werkelijkheid dus niet het geval!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *