Bergduivel of gestekelde duivel
De bergduivel (ook wel gestekelde duivel genoemd) is een opmerkelijk reptiel. De naam heeft dit beestje te danken aan zijn uiterlijk: van kop tot staat is de hagedis bedekt met stekels waardoor het diertje er “duivels” uit ziet. De stekels bieden bescherming tegen roofdieren.
- Andere benamingen: thorny devil, Moloch horridus (wetenschappelijke naam)
- Lengte: maximaal 18 centimeter, mannetje is iets kleiner dan vrouwtje
- Leefomgeving: woestijngebieden in oosten en midden van Australië
- Voedsel: mieren en termieten
- Gevaarlijk voor mensen: nee
- Natuurlijke vijanden: slangen, roofvogels en grote hagedissen
Uiterlijk helpt overleven
Het opvallende uiterlijk van de bergduivel heeft meer voordelen dan alleen het bieden van bescherming tegen vijanden. De dikste stekels in de nek van de hagedis bevatten namelijk reserves voor periodes dat het diertje minder voedsel en water kan vinden. Daarnaast lopen er tussen de stekels door kleine kanaaltjes die uitkomen bij de mondhoeken. Vocht uit dauw en regen loopt op die manier direct naar de mond toe. Hiermee is het dier uitermate goed aangepast aan de droge, warme woestijnomgeving waarin het leeft.
De huid is bedekt met schubben. Deze zijn zandkleurig van kleur en hebben donkere vlekken. Hiermee is het dier goed gecamoufleerd en valt hij minimaal op in de omgeving. Er zijn exemplaren bekend die leven in een omgeving met een roodachtige zandgrond die een kleur hebben die hierop aangepast is. Daarnaast veranderd de kleur door de dag heen. Onder invloed van de zon wordt het dier tegen het einde van de dag lichter van kleur.
Een gemiddeld volwassen exemplaar wordt zo’n 15 tot 18 centimeter lang.
Vijanden
Tot de natuurlijke vijanden van de bergduivel behoren slangen, roofvogels en grote hagedissen. Een bergduivel beweegt zich langzaam voort. Door de korte pootjes is vluchten voor vijanden geen optie. Wanneer een bergduivel aangevallen wordt, steekt het dier zijn kop daarom tussen zijn voorpoten. Hierdoor komen twee grote stekels in zijn nek tevoorschijn die dreigend naar buiten steken. Daarnaast kan het dier zich in geval van naderende dreiging ingraven met zijn scherpe nagels.
Voedsel
Het favoriete voedsel van de bergduivel zijn mieren en termieten. Wanneer een voedselrijke plaats gevonden is, likt hij zijn honderden tot zelfs wel duizenden mieren met zijn lange tong op. Kleine, maar efficiënte tandjes kraken de harde buitenkant van de mieren, waarna ze naar binnen gewerkt worden.
Leefomgeving
Bergduivels komen op maar één plaats voor: de woestijn / outback in Australië. Hiermee is het een van de dieren die alleen op dit continent gevonden kunnen worden. De meeste bergduivels komen voor in het woestijngebied in het oosten en midden van het continent. Deze omgeving is droog en bevat struiken en rotsen waar het dier goed kan schuilen. Uiteraard ook belangrijk: er moet voedsel zijn. De aanwezigheid van mierenkolonies is een must. Overdag jaagt de bergduivel, in de nacht slaapt hij in een ondiep hol dat uitgegraven is in de droge grond. Hier is hij tevens tijdens de nacht veilig voor zijn vijanden.
Ongevaarlijk voor mensen
Hoewel de hagedisachtige er angstaanjagend uitziet, is hij ongevaarlijk voor mensen. Het dier zal niet aanvallen maar eerder vluchten voor mensen.
Bergduivel als huisdier houden
Als huisdier is dit reptiel minder geschikt. Door de specifieke leefomgeving van het dier, waarvan hij afhankelijk is voor drinkwater en de specifieke voedselbehoeften, is deze soort zeer moeilijk in gevangenschap te houden.