Ringslang

De ringslang, ook bekend als Natrix helvetica, is een fascinerende slang die zijn thuis vindt in waterrijke omgevingen. Met een maximale lengte van 1,20 meter is het de grootste slangensoort die in Nederland voorkomt.


Uiterlijke kenmerken

De ringslang wordt gekenmerkt door ronde pupillen, gekielde schubben en twee opvallende gele en zwarte vlekken achter de kop. Deze eigenschappen maken hem gemakkelijk te herkennen. Met een maximale lengte van 1,20 meter is de ringslang de grootste slang in Nederland. Een geruststellend feit is dat de ringslang niet giftig is en zelfs niet zal bijten als hij wordt gevangen. Als defensieve strategie kan de ringslang zich echter schijndood houden. Dit houdt in dat hij zich op zijn rug draait, zijn bek open laat hangen met zijn tong naar buiten en zijn pupillen wegdraait. Bovendien kan de ringslang een zeer onaangename, stinkende substantie uit zijn cloaca smeren om zichzelf te beschermen tegen belagers.


Leefomgeving / Habitat

De ringslang is sterk afhankelijk van waterrijke habitats. Hij wordt vaak aangetroffen op zandgronden en op overgangen van zandgronden naar veen- en kleigronden. Terwijl de ringslang watergebonden is, mijdt hij grote oppervlaktes laaggelegen, natte gebieden, omdat deze gebieden vaak niet geschikt zijn voor alle stadia van zijn levenscyclus. De ringslang wordt vaak waargenomen terwijl hij zich koestert in de zon op dijkjes in de buurt van water. Hier jaagt hij voornamelijk op amfibieën en soms andere gewervelde dieren, waaronder vissen.


Dieet / Voeding

Het dieet van de ringslang bestaat voornamelijk uit amfibieën, hoewel ze soms ook andere kleine gewervelde dieren zoals vissen kunnen eten. Hun jachttechniek omvat vaak het besluipen van prooien terwijl ze in het water of aan de rand van het water liggen te zonnen.


Bedreigingen

De ringslang heeft de status “Kwetsbaar” volgens de Rode Lijst. Hoewel de ringslang geen giftige beet heeft, heeft hij natuurlijke vijanden zoals roofvogels, reigers en andere roofdieren. Menselijke activiteiten, habitatverlies en verstoring van broedgebieden kunnen ook bedreigingen vormen voor de populaties van de ringslang.


Voortplanting

De ringslang legt 20-30 eieren per keer. Deze worden gelegd in composthopen, bergen bladeren en mestvaalten. De eieren worden op natuurlijke wijze afgezet in geschikte locaties, zoals organisch materiaal dat door rivieren is aangespoeld, drooggevallen horsten van planten, of rottende boomstobben. Het bevorderen van geschikte broeiplaatsen draagt bij aan het behoud van de soort en biedt ook voordelen voor andere dieren.


KenmerkBeschrijving
GrootteTot 1,20 meter
KleurGele en zwarte vlekken
Bedreiging statusKwetsbaar
HabitatWaterrijke gebieden
DieetAmfibieën, soms vissen
Wetenschappelijke benamingNatrix helvetica