Vissen intelligenter dan ooit gedacht
Vissen zijn de oudste gewervelde dieren op aarde, ze ontstonden circa 530 miljoen jaar geleden, ongeveer 100 miljoen jaar later trokken sommige het land op en ontwikkelden zich daar tot landdieren. De mens verschijnt pas ruim 400 miljoen jaar later ten tonele: vanaf nu berekend zo’n 2 miljoen jaar geleden.
Vissen leven in een totaal ander milieu dan mensen. Water heeft een 800 maal zo grote dichtheid als lucht. De zwaarte van het water leidt tot een gestroomlijnd lichaam en tot een bewegingsarm gezicht van de vis. Ze maken hierdoor op mensen een gevoelloze, onintelligente indruk en roepen bij hen weinig compassie op. Daardoor worden ze ook extreem ruw behandeld en door overbevissing zelfs in hun voortbestaan bedreigd.
Tot in de puntjes doorontwikkeld
Vissen zijn zeer ontwikkelde dieren. Hun waarnemingsvermogen, gevoel en denkvermogen zijn op tal van punten zelfs meer ontwikkeld dan bij landdieren en mensen. De bekende Amerikaanse vissendeskundige Jonathan Balcombe geeft hier in zijn recent verschenen en in het Nederlands vertaalde boek – Het geheime leven van vissen. Hoe vissen leven, liefhebben, samenwerken en communiceren – ontdekkingen uit de onderwaterwereld – tal van voorbeelden van. Zo kunnen bepaalde vissoorten UV-licht waarnemen, de kleuren van hun omgeving aannemen of ultrasone geluiden opvangen en daarmee jagende dolfijnen ontwijken. Ze produceren ook schrikstoffen en hebben een enorm reuk-vermogen: haaien ruiken 10.000 keer beter dan mensen.
Hun fijngevoeligheid blijkt ook uit hun navigatievaardigheden, waarbij ze gebruik maken van de stand van de zon, van het aardmagnetisch veld en van hun reukvermogen. Vissen hebben ook een sterk geheugen dat snel de details van hun omgeving opslaat. Je kunt ze ook dingen leren zoals door een hoepel zwemmen en balletjes in een doel duwen. Hun leervermogen blijkt soms sterker ontwikkeld dan dat van apen en kraaien.
Natuurlijk beschikken niet alle vissen over al deze eigenschappen tegelijk.
Pijnervaring
Veel mensen gaan er nog vanuit dat vissen geen pijn en stress kunnen ervaren. Voor de visindustrie en visetende consumenten is dit een comfortabele gedachte. Maar wetenschappelijk onderzoek laat zien dat vissen wel degelijk pijn en stress kunnen ervaren. Zo reageren vissen bij een tekort aan het stressverminderende cortisol net zoals mensen positief op de toediening van valium of prozac. Ook sociale interactie met niet-depressieve vissen heeft een positief effect.
Sociaal gedrag
Vissen leven meestal in groepen en vertonen daardoor ook sociaal gedrag. We zien dat duidelijk bij de poetsvissen, die allerlei aangroeisels op de huid van grotere vissen verwijderen. De grote vissen waaronder haaien, roggen, zeeslangen, octopussen en zeekreeften wachten op een vaste plek netjes in de rij om behandeld te worden en letten goed op de kwaliteit van de behandeling en de integriteit van de poetsvissen. De poetsvissen proberen tijdens de behandeling hun cliënten op hun gemak te stellen door ze met hun vinnen – genetisch onze handen – te aaien. Er zijn ook malafide vissen die zich voordoen als poetsvissen, maar er met een hap uit de huid van de klant vandoor gaan. Voor mensen allemaal zeer herkenbaar.
Samen op jacht
Vissen werken ook met elkaar samen bij het vangen van vissen. Een tandbaars, te dik om zijn prooi in rotsspleten te achtervolgen, roept de hulp in van een slanke murene door snel met zijn lichaam te schudden. Ze zwemmen samen naar de plek waar de murene de prooi gaat opzoeken, de baars blijft in de buurt om de vluchtende prooi te pakken. Een nog hogere vorm van intelligente communicatie is te zien bij koraalbaarzen. Deze geven met hun kopstand aan waar een prooi zich bevindt. Dit wordt in de dierethologie als een ‘verwijzend’ gebaar beschouwd, dat nog slechts bij mensapen en raven is vastgesteld.
Seksleven
Balcombe geeft tenslotte een opgewekte beschrijving van het seksleven van de vissen dat een ongeëvenaarde diversiteit vertoont. Vissen zijn monogaam en polygaam, kunnen zichzelf bevruchten en van geslacht veranderen. De bevruchting vindt op de meest onwaarschijnlijke manieren plaats.
Halen vissen de volgende eeuw?
Aan deze honderden miljoenen jaren durende evolutie van de vispopulaties dreigt nu een plotseling eind te komen doordat de mens de zeeën in hoog tempo leegvist. Veel vissoorten zijn in de afgelopen vijftig jaar door effectievere vangstmethoden en door de groeiende wereldbevolking steeds zwaarder bejaagd. Ze zijn meer dan gehalveerd in aantal en dreigen gewoon uit te sterven.
Het ziet er dus heel slecht uit voor de vissen, maar Balcombe ziet desondanks nog wel enkele positieve ontwikkelingen zoals de toenemende belangstelling en sympathie van de bevolking en de dierenbeschermingsorganisaties voor vissen. Voor Nederland wijst hij speciaal op de Stichting Vissenbescherming die het hier sinds twintig jaar voor de vissen opneemt. Ook in andere landen groeit de aandacht voor vissen. Maar voor een effectieve bescherming van de vissen gaat dat toch allemaal veel te langzaam, vrezen we. Helaas.
Bijdrage van Ton Dekker, voorzitter van de Vissenbescherming – naar het boek “Het geheime leven van vissen” van Jonathan Balcombe