Komodovaraan
Als je de Komodovaraan ziet, moet je gelijk denken aan een prehistorisch dier. Deze uit de kluiten gegroeide varaan, die zijn naam dankt aan het Indonesische eiland Komodo waarop hij voorkomt, loopt dan ook al miljoenen jaren rond op de aarde. Al die tijd is het uiterlijk niet zo gek veel veranderd. Je zou het op eerste gezicht misschien niet denken, maar deze varaan behoort tot de familie van de hagedissen. Door zijn lengte en gewicht associeer je hem niet gelijk met zo’n kleine hagedis: hij is namelijk zo’n drie meter lang en weegt ongeveer 150 kilo.
Uiterlijk
De komodovaraan heeft een robuust lichaam bedekt met schubben, krachtige klauwen en een lange, gespierde staart. Zijn kop is breed en plat, met scherpe, gekartelde tanden die ideaal zijn voor het scheuren van vlees. Een opvallend kenmerk is zijn lange, gespleten tong, die tot 45 centimeter lang kan zijn. Deze tong gebruikt hij om te ruiken door chemische deeltjes in de lucht op te vangen en naar een speciaal orgaan in zijn gehemelte te brengen.
Leefomgeving
Komodovaranen leven voornamelijk op de Indonesische eilanden Komodo, maar komen ook voor in reservaten op omliggende eilanden Rinca, Flores en Gili Motang. Deze dieren geven de voorkeur aan droge, tropische savannes en open bossen, waar ze zowel op de grond als in bomen kunnen jagen. Hoewel ze goed kunnen klimmen en zwemmen, brengen ze het grootste deel van hun tijd door op de grond. Ze zijn koudbloedig en brengen hun tijd graag door in de zon om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Jacht en voeding
De komodovaraan is een vleeseter en eet allerlei dieren, variƫrend van kleine zoogdieren tot grote prooidieren zoals zwijnen, herten, buffels en zelfs paarden. En van mensenvlees is hij ook niet vies: in 1974 verslond een groep varanen een Zwitsere baron! Soms liggen ze urenlang stil te wachten op een prooi. Ondanks hun logge uiterlijk kunnen ze zeer snel en onverwachts toeslaan. Vaak werken ze samen om een prooi in te sluiten, wat hun jachtsucces vergroot.
Dodelijke infectie
Wanneer een Komodovaraan een prooi te pakken heeft, is het snel afgelopen met het dier. Het speeksel van de Varaan bevat namelijk giftige stoffen die onmiddellijk een dodelijke infectie veroorzaken. Daarna begint de varaan gelijk aan het verorberen van zijn slachtoffer. Hij kauwt het vlees niet, maar werkt hele stukken vlees (inclusief de geweien en hoeven) naar binnen. Met gemak eten ze zo een grote hoeveelheid vlees, soms wel met het gewicht van tachtig procent van zijn eigen lichaamsgewicht!
Voortplanting
De komodovaraan plant zich voort in de droge tijd, waarbij het vrouwtje tot twintig eieren legt in een nest dat ze meestal graaft in een heuvel of ondergrondse holte. Na een incubatietijd van ongeveer acht maanden komen de eieren uit, en de jonge varanen klimmen snel in bomen om aan roofdieren te ontsnappen. Ze blijven de eerste jaren van hun leven in bomen, waar ze veiliger zijn voor volwassen varanen en andere roofdieren.
Bedreigingen en bescherming
De komodovaraan wordt bedreigd door verlies van leefgebied, illegale jacht en bedreiging vanuit de mens. Veel van hun leefgebieden worden omgezet in landbouwgrond of bedreigd door toerisme. Hoewel ze beschermd zijn door Indonesische wetten en in verschillende nationale parken, blijft de populatie kwetsbaar. Internationale natuurbeschermingsorganisaties werken samen met de Indonesische overheid om deze unieke soort te behouden.